vorige volgende terug naar overzicht

Devacht Achiel

Zoon van Desiderius en Amelia Steyland, geboren te Pervijze op 18 juli 1895.

Hij bleef ongehuwd.

Bij het uitbreken van de oorlog woonde hij te Sint Joris.

Op 13 juli werd hij als soldaat milicien 2° Klas van het speciaal contingent 1915 ingedeeld bij het 7° Linieregiment met stamnummer 107/61868. Voor zijn opleiding was hij vanaf dan tot 15 december 1915 in Fécamp, vervolgens tot 15 januari 1916 in Auvours en tot slot tot 3 mei 1916 in Parigné l'Eveque. Op 5 mei kwam hij aan het front.

Op 8 december 1916 werd hij opgenomen in het hospitaal van Hoogstade waar hij verbleef tot 31 december. Toen was hij een drietal weken terug bij zijn regiment maar reeds op 24 januari 1917 werd hij opnieuw opgenomen in het hospitaal, ditmaal te Izenberge. Hij verbleef er drie dagen en werd dan naar ht hospitaal in Gravelines gebracht waar hij bleef tot 17 februari. Vanaf dan tot 8 december 1917 was hij in het hospitaal van Cap Ferrat. Om zijn herstel volledig te maken verbleef hij dan tenslotte nog tot 6 juli 1918 in het hersteloord 'Villa des Cèdres' te Cap Ferrat.

Dan was hij voldoende hersteld en kreeg hij een week heropleiding te Auvours en vervolgens nog een opleiding in het C.I.B.I. (Centre d'Instructions des Brancardiers et Infirmiers') tot 6 augustus 1918. Tot slot was hij nog tot 9 oktober 1918 in Port Villez. Ondertussen was het bevrijdingsoffensief reeds volop aan de gang. Hij kwam op 10 oktober terug bij zijn eenheid die toen in de omgeving van Moorslede waren. Zijn verblijf aan het front was echter van korte duur want op 15 oktober werd hij terug afgevoerd naar Calais naar het hospitaal.

Op 29 oktober 1918 om 20u overleed hij in het Belgisch Militair hospitaal te Calais in de Rue de la Tannerie aan een grieperige bronchopneumonie. Hij was sedert 1 oktober 1917 opgenomen in het hospitaal, eerst te Cap Ferrat en later te Calais.

Hij werd op 2 november 1918 begraven op het kerkhof 'Nord' te Calais, graf 14.

Na de oorlog werd hij herbegraven op het kerkhof Calais Communal, Carré Militaire Belge, graf 677, waar hij tot op heden ligt.

Zijn naam staat niet vermeld op het oorlogsmonument van Pervijze.