vorige volgende terug naar overzicht

Deschoolmeester Theophiel

Zoon van Alois en Leonie Labaere, geboren te Pervijze op 12 december 1893.

Hij bleef ongehuwd.

Tot 02/02/1907 woonde hij op het adres 'Dorpplaats 73' waarna hij vertrok naar Oostkerke, Scheeweege. Op 04/05/1910 verhuisde hij vervolgens naar Oudenaarde Maegdendael. Bij het uitbreken van de oorlog woonde hij te Borgerhout.

Hij was soldaat vanaf 11 februari 1910 bij het Tweede Regiment Gidsen. In maart vroeg hij zijn overplaatsing naar het 5° Linieregiment en kreeg er het stamnummer 105/55624. Terzelfdertijd engageerde hij zich ook als vrijwilliger vanaf 1 november 1911, te beginnen vooror één jaar. Bij het uitbreken van de oorlog was hij reeds opgeklommen tot 1° Sergeant.

Op 1 augustus 1914, bij de algemene mobilisatie, verbleef zijn regiment in de buurt van Lier en Ranst. Van 30 augustus tot 3 september voerden de soldaten versterkingswerken uit te Schilde en voor het fort van Oelegem: bredere loopgraven graven, prikkeldraadversperringen opwerpen en het schietveld verruimen door bomen te vellen. Op 4 september waren ze op kantonnement in Lier. Toen kregen ze bevel om naar de linker Schelde-oever te marcheren. Dit hield verband met de Duitse aanval op Dendermonde. Een tegenbevel bracht hen echter naar het Kiel.

Op 12 september beval de Commandant van de 2° Divisie dat de 5° Brigade naar Beversluis, Rotselaar en Molen (een gehucht ten zuidoosten van Rotselaar rond de bruggen over de Dijle) moest oprukken en Wijgmaal en de verdedingswerken ten westen van de Dijle moest aanvallen. De voorhoede moest de brug te Molen om 06u30 bereiken. Om 05u30 trok het 5° Linie in colonne op langs Beversluis. Het 1° Batallion marcheerde op kop. Om 06u45 trok Theophiel met het 1° Batallion over de bruggen te Molen en vielen ze de Duitse infanteriestelling aan. Een felle strijd barste los. Gesteund door artillerie en mitrailleurvuur voerden de Duitsers een tegenaanval uit. De commandant meldde zware verliezen en vroeg dringend versterking in troepen en munitie. Ondanks het inzetten van het 2° en het 3° Batallion werd de Duitse opmars niet gestopt. Het 5° Linie kon slechts met zeer veel moeite de stelling houden. Om 10u00 was de situatie zeer hachelijk. Terwijl het 3° Batallion vastzat op de stelling, moest het 1° Batallion terugwijken. Ze hadden zware verliezen geleden tussen de Walestraat en Wijgmaal. Gebrek aan leiding (omdat verschillende officieren gedood waren) en een ernstig munitietekort braken de wil van de soldaten. De Duitse opmars was niet meer te stuiten. Rond 10u30 vluchtten het 1° en het 2° Batallion langs de Dijle naar Werchter. Andere soldaten probeerden de Dijle over te zwemmen, velen verdronken. Uiteindelijk zakten beide batallions ordeloos en verslagen af naar Schriek. Theophiel was echter op die dag, 12 september, op het slagveld gebleven.

Na de slag werd zijn lichaam begraven te Rotselaar in graf 164.

Op 29 juli 1924 werd hij herbegraven op de Belgische Militaire Begraafplaats van Veltem-Beisem, graf nr. 128 waar hij nog steeds ligt.

Zijn naam staat vermeld op het oorlogsmonument van Pervijze.