Vanaf de jaren 1100 tot eind 1300 speelde de stam Blavoet in de streek en voor een groot deel te Pervijze een voorname rol. Niet alleen het voorkomen van naamdragers van deze familie, maar eveneens plaatsnamen te Pervijze bevestigen dit. Van dit laatste zijn de "Blaeuvoetswal", de Blavoetshouc" en de Blavoetsoverdracht" de gekende voorbeelden.
Voornamelijk in de cartularia van de Sint Niklaasabdij van Veurne is "Blavoet" een veel voorkomende familienaam. In vele gevallen betreft het een Rijkaard Blavoet waarvan hierna de gevonden voorbeelden met de bemerking dat het hier zeker niet altijd over dezelfde persoon gaat maar dat hier meerdere generaties de revue passeren :
- In het jaar 1166 is deze getuige bij een gift gedaan door Graaf Philips van Elzas aan de Sint Niklaasabdij.
- In 1176 is hij opnieuw getuige te Veurne, bij een gift gedaan door de Proost en het Kapitel van Sint Pieters te Cassel - die de wereldlijke heer is van Sint Catharina Capelle en Bercle - aan dezelfde abdij.
- In 1179 getuige met Leonius, "clericus furnensis", en enkele anderen opnieuw voor een gift door Philips van Elzas aan de Sint Niklaasabdij.
- In 1225 is Rijkaard Blavoet getuige in een kwestie tussen Simon, zoon van Jan van Bercla en de abt van Ename. Beiden verschijnen voor de Deken te Veurne waar de eerstgenoemde verklaard geen verdere moeilijkheden te veroorzaken tussen hemzelf en de abt. De akte daarvan is opgesteld en geschreven in de kapel van Lodinspikera te Pervijze in aanwezigheid van 'Johannes, presbiter de pervisa', Rijkaard Blavoet en andere. Dit stuk doet in grote mate de zekerheid stijgen dat zowel Simon van Bercla, pastoor Johannes én Rijkaard Blavoet allen hun verblijf te Pervijze hebben.
- In 1237 geeft heer Rijkaard Blavoet, ridder, zijn vrouw Agnes en Rijkaert zijn oudste zoon en erfgenaam, akte aan de abdij van Sint Niklaas van een verkoping door hem gedaan, van een eeuwige rente op land langs de zuidoever van de Venepa, die hij van de abdij had voor een halve mark per jaar.
- Ridder Rijkaard Blavoet wordt ook in een stuk vernoemd van de Baljuw der Graven van Vlaanderen in het Veurnse voor het jaar 1240.
- Een stuk uit dezelfde cartularia van het jaar 1241, betreffende het visrecht van paling in de Beverdijk, vermeld Rijkaard Blavoet die zoon is van Hildegart Blavod of Blavoet.
- Hetzelfde jaar zegelt ridder Rijkaerd Blavoet een stuk van de Schepenen en Keurheren van het land van Veurne, die verklaren geen zegel te hebben. Verder draagt deze akte nog het zegel van Willem van Oostkerke, die baljuw van het land van Veurne is, en eveneens het zegel van deze zijn zoon, Willem.
- Kort voor pasen 1295 verkopen Riquaert Blavoet en zijn vrouw Mahaut aan de portier van de abdij ter Duinen van Koksijde 25 roeden land die gelegen zijn vlak bij de Hemme.
- Tijdens 1296 geeft Rijkaart Blavoet samen met 'Jehans le Zac de Parvise' en andere Schepenen en Keurheren van Veurne de verklaring van een koop van 14 gemeten land door Hendrik de Curia en Margriete, 'sijne geselnede', met toestemming van de Graaf van Vlaanderen, aan de Sint Niklaasabdij.
- In 1314 legggen Riquaert Blavoet en Jan Collin, schepenen van Veurne Ambacht, een getuigenis is af over het kopen van kaarsen.
- In het jaar 1328 sterven verschillende naamdragers van deze familie in de slag bij Cassel (zie hiervoor elders).
Later in de 14de eeuw worden de Blavoets meermaals vermeld in verband met de verschillende lenen die zich te Pervijze bevinden en waarvan zij dikwijls meerdere generaties na elkaar eigenaar van waren.
Het belangrijkste leen was wellicht de 'Blaeuvoetswal'. Dit leen werd in de 16de eeuw als volgt beschreven : een hooftleen, ghenaempt van ouden tijden den Blaeuvoetswal met XXXIJ achterlenen daerof ghehouden, ligghende verre noordoost vande kercke, benoorden ande strate die men naempt Proostdijck, loopende van Staveldamme naer de back, beoosten ande scipvaert ghenaempt de oude A, bewesten an Jacob Juerdaens kynders stede, ligghende stick an stick, staende ten vullen reliefve van thien ponden parisis.
In 1365 was het leen eigendom van Richard Blavoet, in 1385 ging het over op zijn zoon Richard en in 1398 mocht zijn zoon Diederic Blavoet het leen het zijne noemen. na hem werd Guillaume De Visch eigenaar. Hij was gehuwd met een dochter van Diederic Blavoet.
Een ander leen dat voor 1365 eigendom was van de Blavoets, werd dat jaar in twee gelijke delen gescheiden van elk 16 gemeten oppervlakte. Het eerst werd Waelscapple genoemd en was in 1632 eigendom van Frans Blavoet, later ging het over op zijn zoon Willem. Het tweede leen werd de Blavoetshouc genoemd en was eerst eigendom van Pieter Blavoet. Gilles Scrotins werd erfgenaam en eigenaar omdat hij gehuwd was met een dochter van Pieter.
Het leen Caserente met zijn oppervlakte van 3 gemeten, 100 roeden, werd na 1365 verkocht door Rijkaert Blavoet aan Christiaen Collins.
het Spellemaekersleen, groot 3 gemeten, was in 1366 het bezit van Henri Blavoet die het overgaf aan zijn zoon Willem Victor die het op zijn beurt verkocht aan Jan Zoetkin.
Het laatste leen was de Ockershouc. Dit had een oppervlakte van 3 gemeten en 100 roeden en was in 1365 eigendom van Pieter Blavoet. Zijn zoon Willem erfde het en verkocht het later aan Jourdan Scalkebard.
Vanaf de 15de eeuw lijkt de familie Blavoet niet meer voor te komen in Pervijze. De verarming van de familie lijkt te zijn ingetreden.
Bronnen :
-
Cartularium Abbatiae Sancti Nicolai Furnensis
- Cronica et cartularium monasterii de Dunis
- Arch. Veurne, Coll. de la cour féodale du Bourg, reg. reliefs de 1569-1598
- Coutumes de la ville et chat. de Furnes - Dl IV, blz 108-116 (L. Gilliodts-Van Severen)
- nota's Michiel Maertens - Pervijze