terug naar vorig scherm

de familie Blavoet te Pervijze


Vanaf de jaren 1100 tot eind 1300 speelde de stam Blavoet in de streek en voor een groot deel te Pervijze een voorname rol. Niet alleen het voorkomen van naamdragers van deze familie, maar eveneens plaatsnamen te Pervijze bevestigen dit. Van dit laatste zijn de "Blaeuvoetswal", de Blavoetshouc" en de Blavoetsoverdracht" de gekende voorbeelden.

Voornamelijk in de cartularia van de Sint Niklaasabdij van Veurne is "Blavoet" een veel voorkomende familienaam. In vele gevallen betreft het een Rijkaard Blavoet waarvan hierna de gevonden voorbeelden met de bemerking dat het hier zeker niet altijd over dezelfde persoon gaat maar dat hier meerdere generaties de revue passeren :

Later in de 14de eeuw worden de Blavoets meermaals vermeld in verband met de verschillende lenen die zich te Pervijze bevinden en waarvan zij dikwijls meerdere generaties na elkaar eigenaar van waren.

Het belangrijkste leen was wellicht de 'Blaeuvoetswal'. Dit leen werd in de 16de eeuw als volgt beschreven : een hooftleen, ghenaempt van ouden tijden den Blaeuvoetswal met XXXIJ achterlenen daerof ghehouden, ligghende verre noordoost vande kercke, benoorden ande strate die men naempt Proostdijck, loopende van Staveldamme naer de back, beoosten ande scipvaert ghenaempt de oude A, bewesten an Jacob Juerdaens kynders stede, ligghende stick an stick, staende ten vullen reliefve van thien ponden parisis.

In 1365 was het leen eigendom van Richard Blavoet, in 1385 ging het over op zijn zoon Richard en in 1398 mocht zijn zoon Diederic Blavoet het leen het zijne noemen. na hem werd Guillaume De Visch eigenaar. Hij was gehuwd met een dochter van Diederic Blavoet.

Een ander leen dat voor 1365 eigendom was van de Blavoets, werd dat jaar in twee gelijke delen gescheiden van elk 16 gemeten oppervlakte. Het eerst werd Waelscapple genoemd en was in 1632 eigendom van Frans Blavoet, later ging het over op zijn zoon Willem. Het tweede leen werd de Blavoetshouc genoemd en was eerst eigendom van Pieter Blavoet. Gilles Scrotins werd erfgenaam en eigenaar omdat hij gehuwd was met een dochter van Pieter.

Het leen Caserente met zijn oppervlakte van 3 gemeten, 100 roeden, werd na 1365 verkocht door Rijkaert Blavoet aan Christiaen Collins.

het Spellemaekersleen, groot 3 gemeten, was in 1366 het bezit van Henri Blavoet die het overgaf aan zijn zoon Willem Victor die het op zijn beurt verkocht aan Jan Zoetkin.

Het laatste leen was de Ockershouc. Dit had een oppervlakte van 3 gemeten en 100 roeden en was in 1365 eigendom van Pieter Blavoet. Zijn zoon Willem erfde het en verkocht het later aan Jourdan Scalkebard.

Vanaf de 15de eeuw lijkt de familie Blavoet niet meer voor te komen in Pervijze. De verarming van de familie lijkt te zijn ingetreden.

Bronnen :