De strijd van Vlaanderen tegen Frankrijk, in het begin van de 14de eeuw, werd door de mensen van Veurne Ambacht volop gesteund. Volgens echt bewijs hebben verschillende Pervijzenaars meegestreden in de strijd die in 1328 plaats had te Cassel. Nicolaas Zannekin van Lampernisse had het volk van de streek opgeroepen om het Franse leger dat door koning Philips VI naar Vlaanderen werd gezonden, te bekampen.
De Vlamingen werden echter verslagen te Cassel op 28 augustus 1328. Hun leider Nicolaas Zannekin was bij degenen die op het slagveld achterbleven.
Deze die stierven te Cassel, waren behalve van Nieuwpoort nog van 110 andere parochies of heerlijkheden in de kasselrijen van Veurne, Cassel, Belle en Sint Winoksbergen.
In februari 1332 werd door Guy Vane, koninklijk ontvanger in Vlaanderen, een inventaris opgesteld van de nalatenschappen van de Vlamingen die te Cassel de dood vonden. Ongeveer een derde der manschappen was op het slagveld achtergebleven.
Van Pervijze en Sint Catharina Capelle waren er 50 doden, zodat we mogen aannemen dat beide parochies samen ongeveer 150 mannen in het leger hadden. In het geheel bleven er 1658 man uit Veurne en zijn kasselrij op het slagveld.
Het grootste deel der slachtoffers waren eigenaar van onroerend goed. Daaruit en uit de cijfers van eigendom kan besloten worden dat het leger van Cassel voornamelijk een leger van boeren was.
Dit unieke document van Guy Vane werd bewerkt door H. Pirenne in "Soulèvement de la Flandre maritime de 1323-1328" en hieruit halen we het overzicht van de gesneuvelden van Pervijze en Sint Catharina Capelle die vermeld worden :