terug naar vorig scherm

Schoorbakke - een historische schets


Schoorbakke - nu een stille uithoek van Pervijze - is door de eeuwen heen dikwijls het toneel geweest van belangrijke gebeurtenissen. Daarom een kort overzicht van Schoorbakke door de tijd heen. Deze wijk situeert zich in wat men reeds in 1365 de Okershoek noemde.

De naam Schoorbakke is gemakkelijk te verklaren. Ze bestaat uit twee delen waarvan het eerste duidelijk verwijst naar onze buurgemeente Schore waarvan de oudste geschreven bron dateert van 1179. Het tweede deel "bakke", stamt af van een overzet over de IJzer, een zogenaamde bak.

In een handschrift van 1535 schrijft men over "de straete die loopt naar de backe van Pervijse". Een overzet over de IJzer was dus toen reeds voorzien maar we moeten wel nog een hele tijd wachten vooraleer er sprake is van een brug. Eerst was Schoorbakke gedurende vele jaren een pleisterplaats voor voorbijtrekkende legerbenden die elkaar in verschillende oorlogen bevochten. Vooral het einde van de 17de eeuw was een rumoerige periode. Zoals altijd waren de gewone mensen hier de dupe van. Zo moet Jan Provoost, herbergier van Sint Christoffel tussen 1674 en 1700 meermaals aankloppen bij het toenmalige bestuur van Pervijze om vergoed te worden voor het bezorgen van eten, drinken en "slapynghe" aan voorbijtrekkende Spaanse en Hollandse soldaten. In dezelfde tijd zijn er voortdurend mannen opgesteld bij Schoorbakke om Franse troepen het hoofd te kunnen bieden. Zo moet Pervijze in 1696 zorgen voor 3 goed bewapende mannen die de wacht moeten optrekken aan de IJzer om plunderende soldaten van het Franse leger te weerstaan.

Waarschijnlijk ook in 1696 wordt aan Schoorbakke een fort opgericht als bruggehoofd tegen de Fransen. Zo schrijft men over "leveringhe van diversche eetelicke waeren ende theiren gedaen by den geallieerde troupen tot Schoorebacke in't maecken van het fort". "Aen de troupen van gheallieerde in't construeeren van't fort te Schoorebacke in daten 5 juny 1697" wordt er eveneens materiaal en eetwaren geleverd door Pervijzenaars. Het lijkt erop dat er in het nieuw fort een aanzienlijke troepenmacht gelegerd was want er is sprake van "commandanten, majoor ende adjudanten te Schoorebacke". Dit fort werd opgericht ofwel aan de boord van IJzer ofwel in direkte verbinding met de IJzer. In ieder geval was het omringd door water want in de rekeningen van Pervijze is er tweemaal sprake van mensen van Pervijze die opgevorderd worden voor het stukslaan van het ijs rond het fort.

In een ander geschrift is er sprake van bier dat moet geleverd worden voor de soldaten die instaan voor het breken van het ijs. Blijkbaar waren de winters dan heel wat strenger dan nu het geval is.

Op 31 december 1697 wordt bevel gegeven tot onmiddellijke afbraak van het fort om te vermijden dat het in handen zou vallen van de Fransen : "Eodem ghelesen eerst den brief van sijn hoocheijt electorale in daten 22 deser, daerbij hij te kennen gaf dat het indispensabelick convenierde te doen demoulieren het fort te Schorrebacke, ende bij dien aen dit collegie ordonnerende uuijtter name van de majesteijt te gheven de noodighe orders dat \'t selve ghedaen werde sonder tijt verlies, ende daernaer oock ghelesen den brieg van den gouverneur van Nieuport van den 29 Xbre op t\'selve subiect.

Voorts ghehoort \'t rapport van den heere burghmeestere d\'henraert van dat daer eenen officier van Nieuport was expres ghesonden van den voorseyden gouverneur van Nieuport met last van te segghen dat de Franschen wilden int selve fort gaen, ende by dien dat \'t selve moet ghedemoliert worden binnen corten tijt, ende hij daetoe wel wilde eenighe soldaten laten emploijeren.

Wiert gheresolveert om den dienst niet te retarderen ende sonder consequentie eenen heere schepen te deputeren om daerover met den heere gouverneur van Nieuport te spreken, ende devoir te doen om met hem dies aengaende over een te comen voor eene vaste somme bij \'t collegie te verschieten van een hondert ofte ist noot twee hondert pattacons eens ten eijnde dat hij daervooren door militaire soude laten doen de behoorelicke demolitie van \'t voorseyde fort, ende niet min daernaer te versoucken dat de oncosten van diere souden valideren op de bede ofte ten minsten comen tot laste van de provintie als dit collegie niet particulierelick raeckende te meer het selve fort is buijten \'t Vrije ende op \'t Veurnambachtse".

Ook op 4 januari 1698 is er sprake van de afbraak van het fort, nu over de "administratieve" problemen daaromtrent: het Vrije wil het wel afbreken, maar het ligt op Frans grondgebied, wat het een delicate zaak maakt. Ze besluiten de afbraak openbaar aan te besteden.

Al op 24 januari 1698 werd gemeld dat de vernietiging voltrokken is door ingenieur Judici.

De jaren gaan voorbij en de oorlog is nooit veraf. Schoorbakke blijft een sleutelrol spelen in vele conflicten en door de vele troepenbewegingen dringt de noodzakelijkheid zich op van het bouwen van een brug. Zo lezen we in een rekening van 1745 dat iemand betaald "over syne reyse naer Schoorebacque, tot het oprechten de brugghe ende doen de leverynghe aldaer noodighe tot passeeren de troupen".

Schoorbakkebrug is geboren. De verschillende bruggen van de gemeente moeten regelmatig hersteld worden zoals ook in 1767 als men schrijft over het "nieuw maecken van een steenen booghe op de brugghe tot Schorbacque die nieuwe gemaeckt is in steen ten coste van de noordwateringhe".

Nu hebben we reeds Schoorbakke en de Schoorbakkebrug vernoemd. In 1775 is er voor het eerst sprake van de "Schoorbakkestraete".

We naderen het einde van de 18de eeuw en opnieuw breken duistere tijden aan en weeral moet Schoorbakke een belangrijke rol spelen. Voor de Fransen is Schoorbakke in 1793 een "poste important". In de nacht van 23 op 24 oktober 1793 wordt de brug in brand gestoken door terugtrekkende Poolse legerbenden. Op 25 oktober vallen de Fransen Pervijze binnen en blijven er 4 dagen. Veel huizen worden geplunderd en bij Schoorbakke worden twee hofsteden in brand gestoken.

Er is echter niets dat blijft duren en de 19de eeuw wordt een periode van rust voor Schoorbakke. het is er nu goed wonen wat blijkt uit het feit dat er in 1818 reeds sprake is van het gehucht Schoorbakke. In 1826 heeft Schoorbakke een ophaalbrug wat de binnenscheepvaart natuurlijk te goed komt. Als we een kaart van Pervijze van 1844 bekijken dan zien we dat Schoorbakke goed bewoond is : langs de linkerkant van de weg naar de IJzer staan er 9 huizen en aan de rechterkant 14. Schoorbakke is een kleine gemeente aan het worden. Een foto die van Schoorbakke werd genomen kort voor 1914 toont ons de huizenrij langs de boord van de IJzer.

De voorspoed wordt echter een halt toegeroepen door de oorlog die opnieuw uitbreekt. Weeral maakt Schoorbakke de oorlogsmiserie van zeer dichtbij mee. Na de oorlog wordt het berucht geworden Schoorbakke een trekpleiser voor vele toeristen en algauw zorgen de teruggekeerde bewoners voor een ordentelijke ontvangst.
De foto hierna toont ons een houten barak bewoont door Karel Pylyser : het spijshuis "In den IJzer". De opschriften aan de deur vertellen ons dat men er "Chocolat, Thé, Café, lait" kan krijgen. Daarenboven worden de toeristen er bediend door de charmante jonge dochters van de eigenaar.

Aan de overkant van de straat heeft Eduard Vandamme ook een barak opgetrokken. Zijn etablissement krijgt de naam "In de Schoorbakkebrug". Binnen de kortste tijd rijzen de herbergen als paddestoelen uit de grond. Naast de twee reeds genoemde komen ook nog Medard Ekelson en Cyriel Decroos een herberg uitbaten. "In Volle Front" en "Sint Elooi" zijn de respectievelijke namen.

De belangstelling blijft echter niet duren en Schoorbakke herneemt met de jaren zijn nederig bestaan van vroeger. De herbergen zijn één na één verdwenen en verscheidene bewoners van Schoorbakke gingen zich vestigen in de dorpskern van Pervijze.

Zo is Schoorbakke opnieuw een oase van rust geworden, een wel verdiende rust mogen we wel zeggen.