terug naar vorig scherm

De toneelgilde Spaederycke
een historisch overzicht


De betekenis van het woord Spaederycke kunnen we samenvatten als 'laat of nooit rijk'.

Verschillende gemeenten uit de nabije omgeving hadden reeds in de 15de eeuw een rederijkerskamer, wat doet vermoeden dat dit ook voor Pervijze het geval moet zijn geweest. In die tijd hadden Lo, Ramskapelle, Wulpen, Avekapelle, Bulskamp en Eggewaartskapelle reeds een toneelvereniging. Heel vroeg in Vlaanderen ontstonden verenigingen, een soort broederschappen die onder meer de processies opluisterden en ook optraden in andere stoeten. Het waren de 'ghesellen vander kercke' of 'ghesellen van den spele'. Tegen het einde van de 14de eeuw zien we in Vlaanderen meerdere genootschappen ontstaan. De 'ghesellen' zorgden voor de opluistering van de talrijke processies en stoeten door ernstige of kluchtige toneeltjes op te voeren.

Het was de tijd van de gilden en ambachten en zo onstonden ook de middeleeuwse toneelgilden. Tegen het midden van de 15de eeuw begonnen die gilden "cameren van rhetorica" genoemd te worden. Rethorica is langs het Latijn afgeleid van het Grieks en betekent 'welsprekendheid'. Vandaar kwam het woord rederijkers tot staan en werden de toneelgilden uiteindelijk Rederijkerskamers genoemd.

Iedere Rederijkerskamer had een eigen blazoen of wapenbord. Het wapenbord van "Spaederycke" was in de jaren 50 nog bewaard. In de jaren nadien is het echter verloren gegaan door een overijverige onderpastoor die het nodig vond dit stuk te verbranden. Spijtig. Pastoor De Cuyper beschreef het in 1955 als volgt :

Het schild is een vierkantig ruitvormig stuk. De omlijsting langs de buitenkant meet 0,845 m. Langs achter zijn er aan de bovenhoek en aan de zijhoeken ijzeren ringen. Wat toeliet het wapenbord in de processies en optochten te dragen. De omlijsting is in licht en donker blauw geschilderd en draagt het volgende opschrift; een echt dichtje :

Groeit in deugden Spaederycke :
zoo Catharina heeft gedaen
Dat Rethorica hier blyke :
Wilt ons Maria bystaen

Beantwoordend aan dit dichtje staat in het midden van het bord, midden een landschap (weide, bomen en hemel) aan de linkerzijde O.L.Vrouw, dragende een koninklijke kroon op het hoofd. In de rechterhand draagt ze een scepter, in de linker het zegenend kind Jezus. Rechts troont de H. Katarina, met op het hoofd een keizerlijke kroon. ze houdt in de linkerhand een palmtak, teken van haar martelaarschap, en in de rechterhand een naar de grond gekeerd zwaard. Aan de rechtervoet staat het wiel. Boven beide heiligen wordt onder de welgekende gedaante van een witte duif, midden een stralend geel hemellicht, de H. Geest vertoond. En onderaan de twee heiligen, treffen we het eigenlijke wapenschild van 'Spaederycke' aan, namelijk - we geven de heraldieke beschrijving ervan - "gegeerd, acht stukken roos en groen, en een rood hartschild'. Naar de vorm is dit schild het schild van Oud-Vlaanderen, het schild, dat onze graven droegen vooraleer ze het vervingen door de "zwarte leeuw op gouden veld". Het schild van Oud-Vlaanderen vinden we terug in het wapenschild van de heerlijkheid van Berkel, dat nu als wapenschild dient van de gemeente Pervijze. Onder het schild van ons blazoen, staat de kenspreuk van onze kamer :Spaederycke.

De vroegste vermelding van de 'Ghilde van Sinte Catheryne Cappelle' vinden we terug in 1578 in het vijfde penningkohier waar Jacques Willems aangeduid staat als pachter van een stuk grond dat eigendom is van de gilde. Toch mogen we aannemen dat de oorsprong van Spaederycke nog vroeger ligt, waarschijnlijk aan het begin van de 16de eeuw.

De volgende schriftelijke bron brengt ons in 1596 en weer gaat het over een stuk grond waar ze eigenaar van zijn. Hierover rijst in 1722 een juridisch dispuut dat uitgevochten zal worden tot voor de Raad van Vlaanderen. Ondertussen was er toneelactiviteit vanaf 1684, huurden ze toneelkostuums aan de gilde van Veurne in 1701 en was er een nieuwe heropstart in 1713.

In 1765, toen de toenmalige 'Capiteyn' Joannes Baptiste Spyckynck werd begraven, luidde de volledige titel van de gilde als 'Gulde-broeders der Redenrycke tytel. Gulde van de heylige maget ende martelaeresse Catarina voerende voor kenspreuk Spaederycke onderhouden op de prochie van Ste Catarina Capelle'.

In de voormalige kerk van Sint Catharina Capelle was de leuning van het doksaal (houten of stenen wand die in een kerk het schip scheidt van het priesterkoor) een geschenk van de gilde. Die leuning, in zacht hout gesneden, verbeeldde allerlei muziekinstrumenten en droeg volgend opschrift : 'Tot meerdere Eer en glorie van Godt zyt H. Moeder en S: Catharina heeft de geilde van spaederyck dese ballustrade geiondt anno 1788'.

Tijdens de Franse overheersing werd Spaederycke tijdelijk opgedoekt maar in 1822 was ze reeds opnieuw herrezen toen ze een nieuwe vlag inhuldigden. Deze vlag bestond nog in 1914 en werd toen in het gemeentehuis bewaard. Ze was van witte zijde met rondom een boord van gele en groene zijde. Te midden een medaillon, waarop de H. Catharina, met wiel en palmtak werd voorgesteld. Boven vliegt een engel, die een kroon houdt boven haar hoofd. Rond de medaillon was een kroon van bladeren gevlochten. Door gans het vaandel was een rooskleurig Sint-Andrieskruis getrokken. Boven het medaillon prijkte de oude naam 'Spaederycke'. Aan weerszijden van de medaillon de cijfers 18 en 22, doelend op het jaar van inhuldiging van de nieuwe vlag.

Gegevens over de gilde in de 19de eeuw zijn er niet. Op het einde van de 19de eeuw schiet de vereniging opnieuw uit de grond onder impuls van pastoor Duclos die in dezelfde periode ook een aparte afdeling van het Davidsfonds oprichtte te Pervijze.

De oorlog strooit in 1914 opnieuw roet in het toneelleven maar na de oorlog - onder impuls van Kamiel Verschave - verrijst Spaederycke opnieuw net als het heropgebouwde Pervijze. Met slechts een onderbreking tijdens de Tweede Wereldoorlog en een tiental jaren inactiviteit in de jaren '60 wegens gebrek aan spelers, blijft de toneelvereniging actief tot 1999.

Dan valt het stil en blijft het stil tot op heden.

Alle beschikbare informatie en documentatie van Spaederycke is in 2015 gebundeld door Herman Declerck in het boek 'Spaederycke  - 4 eeuwen toneel in Pervijze'.