De totale lengte van de spoorlijk Diksmuide-Nieuwpoort bedroeg, in precieze cijfers uitgedrukt, 14.960 meter. Met Diksmuide als beginstation en Nieuwpoort als eindpunt was er bij de opening van de lijn slechts één enkele stopplaats nl. Pervijze aan kilometer 5.
Kort nadien werd Ramskapelle de tweede stopplaats aan kilometer 13. De onteigeningen, de aanleg van de spoorweg en de bouw van de stationsgebouwen verliepen zonder noemenswaardige moeilijkheden. Zodoende kwam er op 31 januari 1868 een Ministerieel Besluit waarbij toelating werd verleend tot exploitatie van de lijn, waarop de officiële inhuldiging volgde op 10 februari 1868.
Bij wijze van proef werd met ingang van 1 mei 1893 een halte voorzien op de lijn Diksmuide-Nieuwpoort onder de Franstalige benaming Boitshoucke. Deze stopplaats lag op 2.145,42 m van het station Pervijze en 2.399,28 m van de volgende halte, Ramskapelle. De stopplaats, ongeveer 3 km verwijderd van een dorpskern, werd in de loop van de volgende jaren niet uitgerust met enig gebouw, zodat de reizigers verplicht waren een treinticket - dat in die tijd een 'briefke' werd genoemd - bij de treinbewaker aan te schaffen.
Na Wereldoorlog I kreeg deze stopplaats geen vermelding meer in de treingidsen, waaruit kan besloten worden dat ze vanaf eind 1918 definitief werd afgeschaft.