Hij ging vrijwillig in dienst op 1 oktober 1908 bij de 4° Lansiers.
Op 29 juli 1913 nam hij dienst bij de Rijkswacht als Rijkswachter te Voet. Op 28 mei 1914 werd hij bevorderd tot brigadier en hij was nog brigadier toen de oorlog op 1 augustus 1914 uitbrak. Zo nam hij deel aan de veldtocht en terugtrekking die eindigde aan de IJzer eind oktober 1914.
Op 31 december 1914 werd hij nogmaals bevorderd, nu tot wachtmeester. Die rang zou hij behouden voor de verdere duur van de oorlog.
Vanaf het begin van de oorlog tot 5 augustus 1915 behoorde hij tot de Derde Legerafdeling en vanaf dan tot vlak na de Wapenstilstand, op 14 november 1918 behoorde hij tot de Derde Engelse Legerafdeling. Tijdens die laatste periode hield hij toezicht op gevangenen. Mogelijk stond hij in voor de bewaking van gestrafte Engelse soldaten.
Na de oorlog bleef hij verder bij de Rijkswacht en in die hoedanigheid woonde hij ongeveer een jaar te Pervijze - ondertussen was hij bevorderd tot eerste wachtmeester -, werd dan overgeplaatst naar Oostkamp en kwam uiteindelijk voor de rest van zijn carriere terecht in Koksijde.
Behaalde eretekens (klik op de afbeelding voor omschrijving)