Op 29 juni 1915 werd hij te Veurne ingelijfd en meteen doorverwezen naar Fécamp voor zijn opleiding die zou duren tot 6 mei 1916. Tijdens de periode van december 1915 tot april 1916 was hij wel tijdelijk in Parigné l'Eveque.
Hij kwam aan het front in de sector van Kaaskerke om kort nadien verder ingezet te worden in de sector van Boezinge. Waarschijnlijk raakte hij op 23 februari gekwetst of werd hij ziek want van die datum tot 11 maart 1917 was hij volgens zijn dossier opgenomen in de C.A., de Colonne d'Ambulances.
In 1918 waren ze nog een tijd gelegerd bij Diksmuide om dan bij het bevrijdingsoffensief op te rukken naar Moorslede. Bij het einde van de vijandelijkheden waren ze te Waarschoot.
Na de Wapenstilstand werd hij nog verder ingezet bij de Wacht aan de Rijn en verbleef hij van december 1918 tot april 1919 te Lintfort in Nordrein Westfalen.
Hij werd gedemobiliseerd te Doornik op 14 oktober 1919.
Behaalde eretekens (klik op de afbeelding voor omschrijving)