Op 1 september 1939 werd hij gemobiliseerd en van 10 tot 28 mei nam hij deel aan de achttiendaagse veldtocht.
Op 29 mei was hij voor één dag in gevangenschap van de Duitsers maar 's anderendaags mocht hij naar huis vertrekken.
Tijdens de laatste maanden van de oorlog trad hij toe tot het verzet en kreeg hiervoor een geldig attest voor de periode van 10 januari 1944 tot en met 14 oktober 1944. Dit attest werd hem in 1950 toegekend.