Op 30 juni 1914 werd hij opnieuw onder de wapens geroepen en kwam hij terecht bij het 4° Linieregiment. In augustus 1914 nam zijn eenheid deel aan de gevechten bij Halen waar ze zware verliezen leden. Bij de terugtocht werden ze nog ingezet te Hofstade waarna ze deelnamen aan de IJzerslag te Pervijze. Daarna hielden ze de wacht te Ramskapelle, Nieuwpoort, Steenstrate, Reninge en Stuivekenskerke.
Op 4 december 1916 trad hij te Alveringem in het huwelijk en op 8 december werd hij overgeplaatst naar het 24° Linieregiment en moest hij naar de sector Steenstrate. Van 11 tot 25 maart 1917 werd hij niet ingezet aan het front wegens ziekte. Na zijn terugkomst aan het front werden ze ingezet te Diksmuide en Merkem van waar het bevrijdingsoffensief werd gestart.
Op 17 november 1918 werd hij genoteerd in de dagorde van zijn regiment voor zijn moed en zelfopoffering gedurende de lange duur van de oorlog en omdat hij op 28 september 1918 in de omgeving van Houthulst twee Duitse abries had opgeruimd en er ook 12 Duitse soldaten had gevangen genomen.
Op 23 september 1919 mocht hij met onbepaald verlof.
Behaalde eretekens (klik op de afbeelding voor omschrijving)