Hij maakte de 18-daagse veldtocht mee tot op 27 mei 1940, toen werd hij krijgsgevangen genomen.
Hij kwam terecht in kamp Sandbostel Stalag XB in Noord Duitsland. Daar werd hij tewerkgesteld op de boerderij van de burgemeester van het dorpje Einhaus (behorende tot Harmsdorf bij Lensahn vlakbij de Deense grens). 's Avonds moesten alle krijgsgevangenen uit het dorp in de dorpsfeestzaal slapen.
Pas op 2 december 1940 werd hij vrijgelaten en het duurde nog tot 31 december 1940 voor hij thuis geraakte.