Op 7 juli 1915 moest hij zich aanbieden te Poitiers voor keuring. Hij werd goedgekeurd voor de infanterie en doorgestuurd naar het opleidingskamp van Auvours.
Zijn opleiding eindigde op 15 januari 1916 en hij werd naar het front gestuurd bij het 8° Linieregiment. Hij kwam meteen terecht in de aartsgevaarlijke sector van Kaaskerke, de Dodengang en Diksmuide. Vanaf september 1916 werd zijn regiment ingezet in de sector Ramskapelle.
Op 28 december 1916 gebeurde er een reorganisatie en werd hij ingedeeld bij het 18° Linie. Veel veranderde er niet want ze bleven in de sector Ramskapelle. Later werden ze verplaatst naar de sector van Boezinge en tegen het einde van 1917 naar de sector Merkem. In 1918 waren ze nog in de sector Boezinge en deze van Diksmuide. Bij de start van het bevrijdingsoffensief waren ze te Sint Jacobskapelle van waaruit ze oprukten naar Klerken, Zarren, Handzame, Kortemark, Torhout, Ruddervoorde om bij het einde van de oorlog reeds tot Hansbeke geraakt te zijn.
Op 14 oktober 1919 werd hij met onbepaald verlof gezonden.
Behaalde eretekens (klik op de afbeelding voor omschrijving)