Op 1 augustus 1914 werd hij opnieuw ingelijfd bij het 4° Linie. Op 12 augustus namen ze al meteen deel aan de slag bij Halen en in september waren ze te Hofstade. Daar werd hij ziek afgevoerd tot het einde van de maand. Op 2 oktober werd hij tijdelijk vrijgesteld van dienst zonder behoud van soldij. Dit duurde tot 1 oktober 1915. Toen moest hij zich aanmelden te Auvours voor opleiding.
Op 10 maart 1916 kwam hij opnieuw bij zijn eenheid in de sector Oud-Stuivekenskerke. Hij bleef verder bij zijn eenheid terwijl hij wel af en toe voor een korte periode werd overgeplaatst naar de Genie. Ook was hij gedurende een vijftal keer weg van het front wegens ziekte. Deze afwezigheden variëerden van 2 dagen tot een maand. Ondertussen lag zijn eenheid (ondertussen sedert december 1916 het 24° Linie) in verschillende sectoren zoals Steenstrate, Diksmuide en Merkem.
Op 13 september 1918, een kleine twee weken voor de start van het bevrijdingsoffensief, werd hij in de voorposten van Merkem - Papegoed zwaar gekwetst bij de ontploffing van een obus en afgevoerd naar het hospitaal van Beveren aan de IJzer. Hij was er heel erg aan toe met meerdere gebroken ribben waardoor hij nauwelijks kon bewegen en ademhalen. Een granaatscherf was binnengedrongen in zijn linkerborstkas en blijven steken langs zijn ruggengraat. Door deze verwondingen bleef hij na de oorlog 60 % invalide.
Hij bleef gehospitaliseerd tot 31 januari 1919.
Hij werd gedemobiliseerd op 15 mei 1919.
Behaalde eretekens (klik op de afbeelding voor omschrijving)