Nadat hij vrijwillig was toegetreden tot het leger in 1908, trad hij in 1911 toe tot de Rijkswacht waar hij nog toe behoorde bij het uitbreken van de oorlog. Toen was hij opgeklommen tot de graad van 2° wachtmeester te paard.
Op 28 oktober 1914 raakte hij te Booisthoeke gekwetst en verbleef hij vervolgens tot 1 januari 1915 in het ziekenhuis.
In 1917 werd hij bevorderd tot wachtmeester 1° klasse te paard. Hij bleef verder rijkswachter voor de rest van de oorlog en in zijn verdere carriere. Nog tijdens de oorlog werd hij éénmaal vermeld in de dagorder van de Rijkswacht.
Behaalde eretekens (klik op de afbeelding voor omschrijving)