Hij werd op 1 september 1939 gemobiliseerd en werd (volgens een bewaard gebleven briefomslag) ingedeeld bij de Transmissietroepen II° L.K., 2° Compagnie van het Belgisch Leger te Velde waarbij hij bleef tot het uitbreken van de oorlog op 10 mei.
Op 29 mei namen de Duitsers hem krijgsgevangen en moest hij zoals vele anderen, in Duinkerke paarden gaan afhalen die door de weggetrokken Engelsen waren achtergelaten.
Hij bleef krijgsgevangen tot 18 juni 1940 en werd op 19 juni met onbepaald verlof gezonden.