Hij werd ingelijfd op 27 juli 1915 en op die datum begon zijn opleiding te Parigné l'Eveque die duurde tot 5 mei 1916.
Toen kwam hij bij zijn eenheid aan het front die op dat ogenblik gestationeerd was in de sector Steenstrate. Ze bleven in dezelfde sector tot het einde van het jaar en op 26 december 1916 werd hij naar aanleiding van een reorganisatie overgeplaatst naar het 17° Linieregiment.
Hij bleef verder aan het front maar vanaf nu in de sector Diksmuide. In het voorjaar van 1918 waren ze in de sector Stuivekenskerke. Op 25 april 1918 werd hij geëvacueerd naar het hospitaal nadat hij het slachtoffer werd van een gasaanval. Hij bleef gehospitaliseerd tot 14 augustus 1918. Hij kwam terug bij zijn eenheid vermoedelijk in de sector Boezinge waar ze waarschijnlijk nog waren bij de start van het bevrijdingsoffensief op 28 september 1918.
Bij de eerste dag van het offensief nam hij echter een beslissing die niet in goede aarde zou vallen. Hij deserteerde en nam niet deel aan de gevechten. Hij dook pas terug op na de Wapenstilstand en werd dan ook bestempeld als deserteur waarvoor hij op 10 mei 1919 veroordeeld werd tot één jaar voorwaardelijk. Op 7 januari 1920 kreeg hij echter gratie met teruggave van zijn verworven medailles en frontstrepen.
Op 1 augustus 1919 mocht hij naar huis en op 10 september 1919 werd hij definitief gedemobiliseerd.
Behaalde eretekens (klik op de afbeelding voor omschrijving)