Vlak voor het uitbreken van de oorlog, op 29 juli 1914 werd hij gemobiliseerd.
Op 4 augustus 1914 moest zijn eenheid optrekken naar Halen waar ze op 12 augustus zware verliezen leden. Vervolgens moesten ze in september te Hofstade nieuwe gevechten aangaan met de Duitsers. Eind september werd er nog zwaar gevochten te Sint Katelijne Waver en vanaf dan trokken ze terug naar de kust. Nog voor de start van de IJzerslag raakten ze slaags met de Duitsers te Sint Pieterskapelle. Ze maakten de IJzerslag mee te Pervijze en leden opnieuw zware verliezen.
Nadien werden ze ingezet in de sectoren Ramskapelle, Nieuwpoort, Reninge, Noordschote, Stuivekenskerke, Diksmuide, Kaaskerke en Woumen waar ze waren bij de start van het bevrijdingsoffensief op 28 sepember 1918.
Reeds dezelfde dag rukten ze op tot het bos van Houthulst maar daar werd hij getroffen door een kogel in zijn linkervoet. Terwijl veel van zijn strijdmakkers die dag sneuvelden werd hij geëvacueerd naar het hospitaal te Vinkem.
Twee dagen later, op 30 september werd hij overgebracht naar Gravelines naar het militair hospitaal van Petit Fort Philippe. Daar bleef hij tot 4 oktober 1918 toen hij werd overgebracht naar het hospitaal van Villiers le Sec in de Calvados en tenslotte op 9 oktober kwam hij aan te Caen.
Op 1 november 1918 was hij voldoende hersteld en kon hij het hospitaal verlaten.
Op 23 september 1919 werd hij gedemobiliseerd.
Behaalde eretekens (klik op de afbeelding voor omschrijving)