Hij werd opnieuw ingelijfd op 1 augustus 1914 bij het 2° Regiment Karabiniers en reeds op 18 augustus werd hij bevorderd tot korporaal. Zo maakte hij de gevechten mee te Hofstade, Schiplaken, Werchter, Sint Katelijne Waver en Lier. Dan trokken ze terug achter de IJzer en maakte hij de IJzerslag mee te Stuivekenskerke.
Na de IJzerslag werden ze verder ingezet in de verschillende Belgische sectoren : Oud Stuivekenskerke, Kaaskerke, Noordschote, Boezinge en Zuidschote.
Op 8 augustus 1915 werd hij gemuteerd naar de reservetroepen van de Genie en vanaf 17 november 1916 werd hij ingedeeld bij de Gendarmerie als hulpgendarme, eerst te Marck en vanaf 1 augustus 1917 definitief te Calais.
Hij werd gedemobiliseerd op 1 mei 1919.
Behaalde eretekens (klik op de afbeelding voor omschrijving)