Op 4 augustus 1914 werd hij opnieuw opgeroepen en ingedeeld bij de Vestingstroepen van het 4° Linieregiment.
Vanaf 7 december 1914 werd hij overgeplaatst naar een compagnie soldaat-arbeiders en vanaf 15 augustus 1915 maakte hij deel uit van de reservetroepen van de Genie.
Op 24 december was hij in verlof in afwachting van zijn definitief verlof dat intrad op 1 februari 1919.
In 1925 werd hem een pensioen toegekend wegens chronische longproblemen die hij had opgelopen aan het front.
Behaalde eretekens (klik op de afbeelding voor omschrijving)