Na zijn gewone legerdienst van 28 mei 1937 tot 28 mei 1938 werd hij op 1 september 1939 opnieuw onder de wapens geroepen.
Hij nam deel aan de achttiendaagse veldtocht en werd op 28 mei 1940 te Zarren krijgsgevangen genomen door de Duitsers. Hij werd overgebracht naar Gent. Op 10 juni werd hij vrijgelaten en mocht hij met onbepaald verlof.
Tijdens de oorlog werd hij op 1 oktober 1941 tewerkgesteld bij Winterhulp Ledeberg waar hij woonde. Vanaf 25 april 1945 was hij tewerkgesteld in het militair hospitaal te Gent.
Na de oorlog ging hij op 1 augustus 1946 vrijwillig in dienst voor een periode van vier jaar, nog in het militair hospitaal te Gent. Hij kreeg het statuut van loontrekkende militaire werkman. Na deze periode van vier jaar tekende hij telkens opnieuw bij voor vier jaar tot hij op 1 oktober 1957 met definitief verlof ging.