Op 2 juli 1915 werd hij te Adinkerke ingelijfd en doorgestuurd voor zijn opleiding naar het opleidingskamp van de artillerie te Eu.
Op 5 september 1915 vervoegde hij zijn eenheid in de sector van Ramskapelle. Later bemanden ze nog de loopgraven te Diksmuide en Boezinge.
Bij de aanvang van het bevrijdingsoffensief waren ze opnieuw te Diksmuide van waar ze oprukten naar Moorslede en Zarren. Tegen het einde van oktober 1918 waren ze te Hansbeke. Daar werd hij het slachtoffer van een Duitse gasaanval. Hij werd ter plaatste verzorgd door de regimentsdokter en niet door de divisiedokter. Dat verschil was na de oorlog oorzaak van een dispuut omtrent het al of niet toekennen van een kwetsuurfrontstreep.
Hij werd gedemobiliseerd op 14 oktober 1919 en bleef zijn verdere leven erge hinder ondervinden van de gasintoxicatie waar hij in 1918 het slachtoffer van geweest was.
Behaalde eretekens (klik op de afbeelding voor omschrijving)