1744 |
Geboren te Watou als Carolus Caestryck |
1766 | Geprofest bij de Witheren van Veurne |
1766 | Subdiaken te Ieper |
1768 | Diaken te Ieper |
1769 | Priesterwijding |
1772 | Aanvaard als biechtvader door de bisschoppelijke overheid van Ieper voor de parochies waar zijn abt het patroonschap over had : Sint Walburga te Veurne, Sint Catharina Capelle en Pervijze |
1782 | Eerste vermelding in de parochieregisters van Pervijze |
1794 | Uit een stuk uit de oorkonden van Ieper blijkt dat hij in de zomer zwaar ziek is |
1797 | Hij komt volop in de vervolging terecht |
1798 | Volgens zijn eigen aantekeningen wordt hij gevangen genomen en opgesloten in de het klooster der Cellebroeders te Rijsel. |
1798 | Afgevoerd naar Rochefort (F) |
1799 | Verbannen naar het Franse eiland Oléron |
1800 | Hij slaagt erin te vluchten van Oléron |
1806 | Hulpdiaken van Sint Niklaas te Veurne |
1807 | Vertrek van Veurne, waarschijnlijk terug naar Pervijze |
1815 | Pastoor te Veurne op de Sint Niklaasparochie |
1815 | Overleden te Veurne |